Wittebroodsweken of cultuurschok

Is het een droom die uitkomt als je een baan in het buitenland wordt aangeboden? Spring je vol enthousiasme in het diepe, zonder al teveel na te denken over eventuele gevolgen voor jou en je familie?

Of wil je je liever goed voorbereiden op een eventuele cultuurschok, op andere normen en waarden, gebruiken en taal?

Voor sommigen valt het gastland flink tegen, anderen vinden snel hun nieuwe stek. Toch blijken de meesten expatriates[i] door een aantal gelijksoortige fasen te gaan voordat ze zich echt gaan ’thuisvoelen’.

U-Curve theorie 

De U-Curve theorie van aanpassing en cultuurschok van Black, Mendenhall en Oddou (1991) probeert de effecten van  expatriation te verklaren door middel van vier fases.

De theorie beschrijft de fasen van de aanpassing van een expatriate tijdens zijn verblijf in het gastland. De vier stadia van aanpassingen zijn: wittebroodsweken, cultuurschok / ontgoocheling, aanpassingsfase en competentie (figuur).

1. De wittebroodsweken

Rozengeur en maneschijn hebben de overhand in de beginperiode van de uitzending.

Tijdens de eerste weken zijn de expat, de partner en de kinderen meestal enthousiast voor alle nieuwe interessante dingen die worden aangeboden door het gastland. In dit stadium overheerst het gevoel een toerist te zijn in de nieuwe omgeving.

2. Cultuurschok

Deze beginperiode kan variëren van twee weken tot de eerste paar maanden totdat de cultuurschok tussenbeide komt. Dit is de fase waarin expatriates zich ongemakkelijk beginnen te voelen met het dagelijkse leven.

Mensen die lijden aan de cultuur schok kunnen worden herkend aan verschillende symptomen. Zoals:

stress, desoriëntatie: angst, depressie of zelfs vijandigheid die zowel onrust en woedeaanvallen kan omvatten; verrassing; angst en afkeer van de nieuwe gebruiken.

Onbegrip voor culturele verschillen tussen het oude en het nieuwe leven kan leiden tot groot verlangen naar vertrouwde dingen (Fennes & Hapgood, 1997).

Andere onderzoekers zoals Corsini (1994) rapporteren onder andere symptomen zoals:

psychische instabiliteit; verwarring met betrekking tot de rol(verwachtingen); stress als gevolg van de inspanning van psychologische aanpassing, een gevoel van verlies en ontbering en afwijzing door of van de nieuwe cultuur, gevoelens van onmacht en frustratie als gevolg van het onvermogen om te gaan met de nieuwe omgeving.

3. Fase van aanpassing

Deze fase van ontgoocheling vereist een ​​adequate reactie om te leren omgaan met deze gevoelens.

Voor sommigen is deze fase heel lastig en men voelt zich niet in staat om door te gaan naar de volgende fase, een periode van geleidelijke aanpassing aan de nieuwe omgeving.

Gelukkig begint de expatriate zich nu meestal geleidelijk thuis te voelen in de nieuwe cultuur. Hij is steeds beter in staat om effectief te functioneren.

4. Competentie

De laatste fase begint na ongeveer 8 maanden tot een jaar, dit is de fase waarin de expatriate het vermogen verwerft om probleemloos, effectief te functioneren en te leven in het gastland.

Kortom de expat is klaar om verder te gaan …. een nieuwe uitdaging, een nieuw land.

Misschien ook interessant:

  • Bezint eer ge begint
  • Expatriation



[i] Uitgezonden kenniswerkers


Bronnen

  • Van Lieshout, S.W.F. (2006). The Impact of Global Mobility on a Workforce. Open Universiteit Heerlen.
  • Black, J. S., Mendenhall M., & Oddou G. (1991). Towards a comprehensive model of international adjustment. An integration of multiple theoretical perspectives. Academy of Management Review, 16, 291-317.
  • Corsini, R. J. (1994). Encyclopedia of Psychology, Vol I. (pp 205 – 209).New York: John Wiley & Sons.
  • Fennes, H. & Hapgood, K. (1997). Intercultural Learning in the Classroom.London andWashington: Cassell.

Reacties zijn gesloten.