Zelfstandigenquotum 2025: bijdrage op basis van reëel inkomen
De bijdragen voor zelfstandigen zullen in 2025 opnieuw variëren wanneer de grondslagen en bijdragen die voor dat jaar gelden, van kracht worden in het nieuwe bijdragesysteem op basis van het reële inkomen, een systeem dat in januari 2023 is gestart en wordt geregeld door Koninklijk Besluit-Wet 13/2022, van 26 juli.

Samenvattend: in 2025 wordt het premiepercentage voor zelfstandigen in de laagste schijven verlaagd en voor zelfstandigen in de hoogste schijven verhoogd.
Deze tarieven zijn bepaald op basis van de nieuwe bijdragegrondslagen voor 2025, vastgesteld in het nieuwe bijdragestelsel op basis van het werkelijke inkomen van de zelfstandige.
Zelfstandigen moeten dus, na afloop van de eerste twee jaar van het nieuwe stelsel, in 2025 het overeenkomstige tarief blijven betalen, afhankelijk van de schijf waarin zij vallen.
Hoe het nieuwe systeem werkt.
Het zelfstandigenbijdragesysteem is gebaseerd op hun daadwerkelijke inkomen.
Het systeem voor zelfstandigenbijdragen bestaat uit een progressief quotummodel dat over een periode van 3 jaar wordt uitgerold, tussen 2023 en 2025. Hierbij verlagen zelfstandigen met een lager inkomen hun bijdrage, terwijl deze voor zelfstandigen met een hoger inkomen wordt verhoogd.
Dit systeem kent 15 bijdrageschijven waarin iedere zelfstandige op basis van zijn of haar verwachte inkomen moet worden ingedeeld.
Terwijl de eerste delen een verlaging van het tarief inhouden ten opzichte van de vorige minimumbasis, gaat het in de hogere delen omhoog.
Het nieuwe systeem stelt de volgende maandelijkse quota vast:
- Jaar 2023: minimumtarief van 230 euro en maximum van 500 euro*.
- Jaar 2024: minimumtarief van 230,15 euro en maximum van 542,13 euro*.
- Jaar 2025: minimumtarief van 200 euro en maximum van 590 euro*.
* Deze tarieven komen overeen met de minimale bijdragebasis binnen elke schijf, die zij als referentiekader gebruiken.
Daarom zijn er de volgende wijzigingen:
Vermindering voor de laagste schijven: zelfstandigen die in de eerste zes schijven vallen, tussen de 670 euro en 1.700 euro, krijgen in 2025 een lagere maandvergoeding. Als zij de minimale bijdrage betalen, bedraagt de jaarlijkse bijdrageverlaging tussen de 80 en 428 euro, afhankelijk van de schijf waarin zij vallen.
Verhoging voor wie meer dan 1.700 euro verdient: zelfstandigen die in 2025 in een inkomensklasse hoger dan 1.700 euro zitten, krijgen, als ze op de minimumbasis bijdragen, een verhoging van hun maandelijkse bijdrage en zullen jaarlijks tussen de 272 € en € 970, afhankelijk van de sectie waarin ze zich bevinden.
Het bijdragepercentage voor elke zelfstandige in 2025 wordt berekend door een bijdragepercentage van 31,4% toe te passen op de gekozen bijdragegrondslag uit het minimum en maximum binnen zijn schijf.
In de onderstaande jaarlijkse bijdragetabel voor 2025 gebruiken ze ook als referentiekader de minimale bijdragegrondslag voor elke sectie met het bijbehorende tarief.

Vaste prijs van 80 euro
Het vaste tarief voor zelfstandigen bedraagt voortaan 80 euro voor de eerste 12 maanden van activiteit, ongeacht hun inkomen.
En in de daaropvolgende 12 maanden kan de zelfstandige de maandelijkse bijdrage van 80 euro blijven betalen, zolang zijn netto-inkomen onder het SMI ligt.
Wijziging van sectie elke 2 maanden
De bijdragegrondslag kan maximaal 6 keer per jaar (elke 2 maanden) worden gewijzigd, afhankelijk van de verwachte, opwaartse of neerwaartse, resultaten van de onderneming.
De datum van het verzoek bepaalt het moment waarop de wijziging van kracht wordt, en wel als volgt:
- Van 1 januari tot de laatste dag van februari: de tariefwijziging gaat in op 1 maart.
- Van 1 maart tot en met 30 april: de tariefwijziging gaat in op 1 mei.
- Van 1 mei tot en met 30 juni: de tariefwijziging gaat in op 1 juli.
- Van 1 juli tot en met 31 augustus: de tariefwijziging gaat in op 1 september.
- Van 1 september tot en met 31 oktober: de tariefwijziging gaat in op 1 november.
- Van 1 november tot en met 31 december: de tariefwijziging gaat in op 1 januari.
Hierdoor kunnen bijdragen worden gedaan op basis van uw inkomen, ongeacht eventuele wijzigingen gedurende het jaar.
Wijzigingen in de bijdragegrondslag moeten via het elektronische hoofdkantoor van de Algemene Thesaurie van de Sociale Zekerheid worden doorgegeven met behulp van het systeem Import@ss.
Regularisatie van zelfstandigenbijdragen
Een van de nieuwe ontwikkelingen in 2025 is dat de Sociale Verzekeringsbank voor het eerst het daadwerkelijk opgegeven inkomen gaat controleren.
Deze procedure wordt met terugwerkende kracht uitgevoerd, via de aangifte inkomstenbelasting.
Na verificatie kunnen er drie situaties optreden:
- Als de zelfstandige de premies correct heeft betaald, vindt er geen correctie plaats.
- Als u teveel heeft betaald, krijgt u het teveel betaalde bedrag terug.
- Als u te weinig heeft betaald, moet u het verschil bijbetalen.
Op deze manier zorgt het systeem ervoor dat zelfstandigen precies hetzelfde netto-inkomen betalen als het bedrag dat ze daadwerkelijk aan de Belastingdienst hebben opgegeven.
Hoe wordt het werkelijke inkomen van zelfstandigen berekend?
Het nieuwe stelsel is gebaseerd op bijdragen die gebaseerd zijn op het werkelijke inkomen van de zelfstandige, ook wel netto-inkomen genoemd.
Hoe wordt dit nettorendinkomen berekend?
Volgens de Sociale Verzekeringsbank moet u bij de berekening rekening houden met alle netto-inkomsten die u verkrijgt uit de verschillende activiteiten die u als zelfstandige uitvoert.
Hieraan moet u het bedrag van de premies die u aan de Sociale Verzekeringsbank betaalt, toevoegen als u belasting betaalt via het systeem van directe aanslag.
De berekening van deze netto-opbrengsten zal worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de regelgeving inzake de inkomstenbelasting.
Tot slot wordt er 7% van uw netto-inkomen afgetrokken voor algemene kosten.
De aftrek bedraagt 3% voor zakenpartners of arbeidspartners die 90 dagen per jaar als zelfstandige zijn geregistreerd.
Verplichting tot het verstrekken van gegevens
Als u op 1 januari 2023 al als zelfstandige was geregistreerd, had u vóór 31 oktober 2023 uw inkomsten moeten opgeven via de dienst ‘Uw zelfstandigengegevens wijzigen’.
En in het geval dat u een wijziging in de bijdragebasis moest doorgeven, omdat uw rendementen een andere basis impliceerden dan die waarop u had bijgedragen, had u om die wijziging moeten verzoeken en uw prognose van de jaarlijkse netto-opbrengsten moeten doorgeven. gemiddeld per maand, vóór 28 februari.
Er hoeven dus later geen quotaaanpassingen te worden doorgevoerd.
Kijkend naar 2025, adviseren wij om, zodra u uw belastingjaar 2024 hebt afgesloten, uw zelfstandigenquotum aan te passen aan de schijf die bij u past op basis van uw resultaten van 2024.
De impact van het Intergenerationeel Gelijkheidsmechanisme (IEM)
Een andere nieuwe functie in de bijdragen voor zelfstandigen in 2025 is het Intergenerationele Equity Mechanisme (MEI).
De MEI werd in 2023 ingevoerd en heeft als doel de duurzaamheid van het pensioenstelsel te waarborgen.
Het treft zowel werknemers als zelfstandigen.
In 2025 bedraagt de MEI 0,8% van de premiebasis (0,1% meer dan de MEI van 2024).
Pensioenleeftijd
Ook zelfstandigen krijgen vanaf 2025 te maken met een aanpassing van de pensioenleeftijd. Om op 65-jarige leeftijd met 100% van de wettelijke basis met pensioen te kunnen gaan, moet men minimaal 38 jaar en 3 maanden hebben bijgedragen. Daarmee wordt de vereiste periode verlengd tot 2024, toen deze 38 jaar bedroeg.
Bron: Infoautonomos / Seguridad Social